Welkom op psion.nl

Column Marjolein Abma: Sun burn-out

Het gros van de mensen die bij de psychologen van PSION aan tafel schuift en aangeeft burn-out klachten te ervaren, benoemt vaak in één zin dat zij deze klachten hebben “door” een (negatieve) situatie, gebeurtenis of door een ander persoon: “Door de buurman”, “door mijn schoonmoeder”, “door mijn leidinggevende”, “iets wat vroeger is gebeurd” en nog steeds het meest gehoord “door mijn werk”. Een vraag als “wat is jouw aandeel in jouw klachten?” wordt vaak met verbazing herhaald. “Speelt hoe ik ermee om ga, hoe ik reageer, of wat ik er mee doe ook een rol?” Zeker weten! Als de buurman vervelend doet; wie zegt dat jij niet vervelend bent of er voor jezelf vervelend mee omgaat? Daarnaast is het ook een misvatting dat factoren die meespelen in klachten altijd iets “negatiefs” moeten zijn. Mijn ontmoeting met David tijdens mijn rondreis is daar een goed voorbeeld van.

Ertussenuit

“Ik ben opgebrand, moe, ik wil niets meer en kan niets meer”. Het huilen stond David nader dan het lachen en hij hield zich groot. De zon scheen, ons uitzicht was prachtig en zowel hij als ik lagen in een hangmat. David had er zelf voor gekozen om er een jaar tussenuit te gaan. Niet omdat het slecht was thuis; er was rust, stabiliteit, structuur en een leuke baan, maar hij wilde graag de wereld zien en mensen ontmoeten. Hij was zeven maanden onderweg toen ik hem daar in de hangmat in Peru vroeg hoe het met hem ging. Zijn antwoord verraste mij enorm aangezien wij hier in deze prachtige natuurlijke omgeving waren, zonder verplichtingen en verwachtingen van jezelf of anderen en hij zelf gekozen heeft om hier te zijn. Vakantie en vrij zijn, zijn toch vaak de dingen die mensen als eerst roepen in wat zij nodig hebben om zich goed te voelen.

Te veel willen

“Ik hoop dat ik de negen maanden haal en daarin nog vijf landen kan bezoeken die ik graag wil zien, maar dat ga ik niet redden. Ik snak naar mijn oude leventje.” Door wat hij zei begreep ik in ieder geval een onderdeel van het probleem; hij wilde te veel. Hij vertelde mij dat hij wanneer hij aankwam op een plek hij zoveel mogelijk uit zijn tijd wilde halen. Hij probeerde alles wat er te zien of te doen was in één dag te proppen en wilde het liefst maximaal één of twee nachten op dezelfde plek blijven. Daarna nam hij zo snel mogelijk het lokale vervoer, dat naar zijn ergernis (die hij op die momenten ook vaak liet blijken) niet altijd even punctueel, snel en betrouwbaar was. Daarnaast waren de ritten vaak lang en verloor hij daar nog wel de meeste tijd mee. Ook schuwde hij niet om zoveel mogelijk sociale interacties in zijn activiteiten op te zoeken met de bewoners, maar nog meer met andere reizigers die ook die bijzondere plekken bezochten. Ook daar bleef hij aan staan. Na 6,5 maand zo door te zijn gaan merkte hij opeens dat zijn lichaam niet meer mee wilde met zijn manier van reizen. Terwijl hij zo graag thuis wilde vertellen dat hij alles had gezien.

“Heb je je überhaupt wel eens afgevraagd wat je eigenlijk aan het doen bent en of dat nog steeds is wat je wil en blij maakt?”, vroeg ik hem. “Nee. Ik kan me veel dingen die ik heb gezien of gedaan of mensen niet eens herinneren. Ik heb vooral veel onrust en haast ervaren. Ik ben door het reizen echt uitgeput, maar ik lig al twee weken in deze hangmat, en dan kan ik straks weer even door.” Ik keek hem met nog meer verbazing aan. Hij lag er zo bij DOOR het reizen en ik lag er beter bij vanwege mijzelf. “Ga je niets veranderen in hoe je met het reizen om gaat?” Ik zag hem twijfelen in zijn antwoord. Hij zuchtte. “Misschien moet ik accepteren dat ik dit niet handig heb aangepakt en ik anders met het reizen moet omgaan.”

Aan de slag

Herken jij je in dit verhaal van David? Wellicht zie je overeenkomsten met jouw eigen situatie, maar weet je niet hoe je dit gevoel kunt doorbreken. De psychologen van PSION geven je graag praktische handvatten waar jij ook daadwerkelijk mee aan de slag kunt gaan. Ga voor meer informatie naar onze website.

Laatste nieuws